Wat is CV-optimalisatie?
CV-optimalisatie is het updaten van de warmtehuishouding in je woning, waarbij de inregeling van de CV-ketel en radiatoren wordt aangepast aan de huidige staat van jouw woning en jouw woonwensen.
Waarom CV-optimalisatie?
Je kunt met CV-optimalisatie flink besparen op gas en elektriciteit. Over het algemeen blijkt 80 procent van de woningen niet optimaal ingeregeld. Bij CV-Optimalisatie wordt er gekeken naar de volgende aspecten:
1. De staat van de woning
Bij de bouw van huizen met een gasaansluiting zijn er radiatoren en CV-ketels geplaatst die zijn afgestemd op de bouwnormen en gemiddelde woonwensen van dat moment. Veel bewoners zullen de CV-ketel na verloop van tijd vervangen, meestal door een ketel met hetzelfde of een groter vermogen. In de tussentijd zijn ongetwijfeld ook radiatoren vervangen of verhangen, is er verbouwd, geïsoleerd, vloer- verwarming aangelegd enzovoorts. Is dit aan de orde, dan is CV-optimalisatie zeker interessant.
2. Jouw woonwensen
Waar wil je het warm hebben, wanneer en hoe warm moet het dan worden in hoeveel tijd? Met de antwoorden op deze vragen kun je jouw warmtehuishouding gericht tegen het licht houden. Bijvoorbeeld: 1. Je hebt kamers waar je vrijwel nooit meer in komt. Waarom deze dan verwarmen?
2. Je hebt een combiketel, waar een boiler aan hangt met een inhoud van 2 à 3 liter water? Het voordeel is dat, zodra je de kraan openzet, eerst dat warme water komt en dat de ketel even een moment heeft om op vermogen te gaan draaien. Hoe interessant is deze optie eigenlijk? Met deze gadget zit je namelijk wel vast aan een keteltemperatuur van tenminste 60 graden om bacteriegroei (legionella!) onmogelijk te maken. Deze boiler kun je ook uitschakelen, dan kun je met lagere keteltemperaturen toe om toch alles behaaglijk warm te krijgen. 3. Je hebt een kamer waarin de radiator maar niet warm wil worden? Dit is op te lossen door de radiatoren zuiniger, maar beter in te regelen. Zo nu en dan eens kritisch kijken naar de afstelling van de warmtehuishouding levert altijd wel wat besparing op en meestal ook extra wooncomfort.
3. De ketelinstellingen
Een combiketel levert warmte aan zowel de CV-installatie als aan het tapwater. De warmte voor CV en het tapwater kunnen (en mogen door de gebruikers zelf) afzonderlijk worden ingesteld.
• De CV-temperatuur is meestal ingesteld op 70 graden. Dat is meestal goed.
• Een instelling boven 70 graden is onrendabel voor HR-ketels. Bij ‘Hoog Rendement’ wordt het ‘hete’ rookgas langs de instromende koude retourstroom uit de leidingen geleid op weg naar de CV. Deze hete rookgassen condenseren vervolgens op die koude leidingen en geven zo het gros van hun energie af aan dat koude water. Echter: dat condenseren (oftewel: de ‘jackpot’ in rendement) gebeurt alleen op leidingen die kouder zijn dan 56 graden Celsius. Als rookgas condenseert op de retourleiding, drupt er condenswater uit uw cv-ketel in de afvoerpijp onder uw ketel. Als je dat geluid hoort, stook je HR. Zo niet: dan stook je onrendabel.
• Verlagen tot onder 70 graden kan besparing op gas opleveren, maar is riskant omdat dan de ingebouwde elektronica (de zogenaamde ‘Modulatie’) van slag kan raken. Dan slaat de ketel af. Als dat gebeurt: resetten en weer terug naar 70 graden.
• Tapwater is meestal ingesteld op 60 graden Celsius.
• Indien een boiler wordt gebruikt, dan moet de temperatuur voor tapwater zijn ingesteld op 60 graden Celsius vanwege het gevaar op legionella in die boiler. (Legionella groeit in temperaturen tussen 20 en 50 graden Celsius, en gaat dood bij 60 graden (bron: Par. 5.1 Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater)).
• Zonder boiler kun je de temperatuur voor tapwater zo laag afstellen als je (nog) comfortabel acht. Hoe lager, hoe meer besparing op gas.
Naast de temperatuur zijn er nog twee instellingen die ertoe doen: het vermogen en de pomp.
• Het vermogen van de CV-ketel. Een gasfornuis heeft grote pitten en kleine pitten. Standaard staat een ketel ingesteld op de grootste pit. Je kunt deze ook (laten) instellen op het gebruik van een kleinere pit.
• Met de pomp wordt druk opgebouwd in de leidingen zodat het water gaat stromen. Als je rustiger aan gaat stoken mag de pomp ook een standje terug. Ook dit moet je meestal laten doen.
4. De afregeling van de radiatoren
De theorie: bij een radiator komt er warm water in en stroomt er kouder water uit. De radiator is goed ingesteld als het water er twintig procent kouder uitgaat dan het erin komt. Dan heeft het de tijd gehad om z’n warmte af te geven aan de omgeving. Als uiteindelijk alle retourstromen die samenkomen bij de ketel onder 56 graden Celsius zijn, stook je HR, dus rendabel.
De praktijk: Een radiator regel je ‘waterzijdig’ in door bij elke radiator afzonderlijk het instromende watervolume net zo ver af te knijpen dat het verschil tussen instroom en uitstroom in temperatuur twintig procent is. Begin daarbij met de radiator die het dichtst bij de ketel is, en werk naar buiten.
Voor het afregelen is het handig om instelbare radiatorknoppen geïnstalleerd te hebben. Deze hebben een instelbaar schroefje onder de dop om apart het watervolume te fixeren. Vaak zijn radiatorknoppen instelbaar, echter soms alleen met een speciaal tangetje dat is voorbehouden aan cv-monteurs. Mocht je de knoppen gaan vervangen, kies dan bij voorkeur voor drukcompenserende kranen. Deze kosten een paar euro meer, maar verdienen zich terug omdat je daarmee dan voortaan ook zelf de inregeling goed kunt fixeren.
Ten slotte: water slijpt ijzer los uit je leidingen en radiatoren. CV-water is altijd zwartig. Dat is geroest ijzervijlsel. Dat kan zich ophopen en verstoppingen geven in het leidingstelsel. Zeker waar je flink het watervolume en (met het terugbrengen van de pompsnelheid ook) de waterdruk hebt teruggebracht, kan dit resulteren in uitval van een radiator. Oplossingen liggen voor de hand. Water verversen, weer even de leiding openzetten en daarna weer inregelen, een stevige mep tegen het onderdeel waar het is verstopt, of technische oplossingen uit de CV-winkel.
Samenvattend: optimaal bespaar je door:
• De CV-ketel te temmen: lagere temperatuur, lager vermogen en pompsnelheid;
• Elke radiator dusdanig in te regelen dat het verschil tussen instroom en uitstroom 20 % is, en de uitstroomtemperatuur minder dan 56 graden Celsius.
Een beetje door jezelf, en een beetje door de installateur/monteur?
Temperatuur van jouw ketel kun (en mag) je zelf aanpassen. Het terugbrengen van het ketelvermogen en de pompsnelheid zou je kunnen vragen aan je onderhoudsmonteur bij een periodieke onderhoudscontrole. Inregelen van de radiatoren kun je zelf doen. Per radiator moet gemeten en geregeld worden dat tussen instroom en uitstroom 20% verschil zit. Dat kost, als je het zelf doet, veel tijd omdat de radiator tussentijds zal moeten afkoelen voordat je kunt zien of de instelling klopt. Een op cv-optimalisatie gespecialiseerde installateur/monteur kan dat in twee uur met apparatuur die de snelheid van de doorstroming van het warm water meet.
En als je alles zelf wilt doen… Wat heb je dan nodig?
1. De gebruiksaanwijzing van je ketel om temperatuur, vermogen en pomp terug te kunnen regelen;
2. Warmtemetingen op de in- en uitstroomopeningen van je radiatoren;
3. Een paar dagen tijd om de balans tussen jouw ketel- en radiatoreninstellingen te optimaliseren.
Contact met het CV-Optimalisatie team van EnergieRijk Houten? – klik hier.
Dit filmpje zet alles nog eens voor je op een rij: